Met het oog op de versnelde zeespiegelstijging is in 2019 een uitgebreid kennisprogramma van start gegaan. Doel van het programma is om de onzekerheid over de zeespiegelstijging voor Nederland zoveel mogelijk te verkleinen. Daarnaast moet het programma in beeld brengen in hoeverre de huidige strategieën houdbaar zijn of aangepast moeten worden. Ook worden de handelingsperspectieven voor de verre toekomst (na 2100) verkend. In het kennisprogramma werken het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Deltacommissaris, het KNMI, Rijkswaterstaat, Unie van Waterschappen en diverse kennisinstellingen samen.
Relevantie voor de Maas
De invloed van de zeespiegelstijging zal voor het rivierengebied merkbaar zijn in het benedenstroomse gedeelte. Voor de Maas betekent dit een invloed tot ongeveer Den Bosch. Van de vijf sporen in het kennisprogramma is met name het spoor ‘systeemverkenningen’ relevant. In dit spoor wordt in kaart gebracht wat de verschillende zeespiegelscenario’s betekenen voor:
- de werking van het natuurlijk (zandige) systeem van kust en rivieren;
- de waterkeringen en de stormvloedkeringen;
- de zoetwaterbeschikbaarheid;
- gebruiksfuncties en ruimtegebruik zoals de landbouw, natuur en scheepvaart.
Ook wordt in kaart gebracht welke maatregelen denkbaar en effectief zijn om de houdbaarheid van voorkeursstrategieën te versterken.
Meer weten?
Meer informatie over het Kennisprogramma en de eerste tussenresultaten zijn te vinden op de website van het Nationaal Deltaprogramma. Ook kan je contact opnemen met Xander de Gans, coördinator kennis en inhoud Programmateam Deltaprogramma Maas.