In gesprek met de redder van de bakenbomen: Hans van Engen. De langste bomenrij van Nederland is in slechte staat en dreigde te verdwijnen. Maar minister Madlener gunt het 100 kilometer lange lint van oude bakenbomen langs de Maas een nieuw leven. “Dit zijn toch krachtpatsers.” Bewonderend tikt Hans van Engen tegen de grillige grijzige bast van een dikke populier op de oever van de Maas bij Heusden. Van Engen is landschapsarchitect bij provincie Noord-Brabant. Hij gaat de geschiedenis in als de redder van de bakenbomen.
Jarenlang liep hij zich het vuur uit de sloffen voor het behoud van de markante bomenrij aan weerszijden van de rivier tussen Boxmeer en Geertruidenberg. “Moet je kijken hoe deze bomen het landschapsbeeld bepalen, zover als het oog reikt”, wijst hij richting Waalwijk. De Maas maakt een lichte bocht en de bomen in goudgele herfstkleuren buigen zich als een lint mee. “Het ritme is vergelijkbaar met een laan op een landgoed. Hier loopt er alleen geen pad doorheen, maar een rivier. Deze langste laan van Nederland is groen erfgoed.”
De bakenbomen zijn door Rijkswaterstaat geplant in de jaren veertig van de vorige eeuw, nadat uit de Maas een aantal bochten waren rechtgetrokken. Ze zijn om de 100 meter neergezet, zegt Van Engen, om de scheepvaart te helpen als de Maas buiten de oever treedt of bij mist. “Vandaar de naam bakenbomen. Het waren wegwijzers voor de beroepsvaart op de rivier.”
Meer lezen? Bekijk hier het complete artikel:
De langste en meest markante bomenrij van Nederland krijgt een nieuw leven | Trouw